‘Studentenwoningen vervuilen de nieuwbouwcijfers van Amsterdam. Je moet ze dus niet meetellen. De ‘doorsnee woningzoekende’ heeft namelijk niets aan studentenwoningen’. Dit soort opvattingen las ik deze week twee keer in het Parool.

 

Nu heb ik geen flauw idee hoe de ‘doorsnee woningzoekende’ er uit ziet. Is die vrouw of man, jong of oud, blank of gekleurd, conservatief of progressief, hetero of homo, katholiek of islamitisch, dom of slim? Weet u het? Maar blijkbaar zijn wijze mensen van mening dat studenten niet doorsnee zijn. Het zijn dus afwijkers. En woningen voor afwijkers mag je volgens hen niet meetellen in de sociale woningbouw.

‘Doorsnee woningzoekenden’

Vroeger bestonden er nauwelijks corporaties voor ‘doorsnee woningzoekenden’. Elke belangengroep – en dus elke afwijkende woningzoekende – had wel zijn eigen corporatie. Door fusies zijn alle ‘afwijkingen’ nu samen ‘doorsnee’ geworden. Gelukkig staat in de statuten van De Key dat zij bestaat om juist voor die studerende ‘afwijkers’ te bouwen. Daar ligt voor De Key nog een grote opgave, vooral omdat er bij De Key de komende jaren zo’n 2500 (!) tijdelijke containerwoningen voor studenten verdwijnen. Daar moeten kleine maar volwaardige, betaalbare woningen voor in de plaats komen. Dat gaat echter niet van de ene op de andere dag.

 

De Key is al tevreden als zij zo veel kan bouwen dat het aantal studentenwoningen niet te veel afneemt. Als ik het Parool moet geloven, dan zullen veel mensen deze vermindering toejuichen. Neemt het aantal afwijkende huurders tenminste niet toe. Ik hoor ze al weer roepen: Leve de doorsnee huurder!

 

Deel dit artikel: