1. Onze woningen en bedrijfsruimten zijn € 520 miljoen in waarde gestegen. Bedenk wel dat deze winst ‘in de stenen’ zit en dus niet kan worden uitgeven. Deze winst kan natuurlijk geen kwaad voor onze financiële positie, maar ze heeft ook een schaduwzijde. Het leidt namelijk tot een verhoogde aanslag van de verhuurdersheffing met ca € 2,5 miljoen per jaar. En we moeten meer vennootschapsbelasting betalen (zie ook punt 4).
  2. Met verkoop van woningen en bedrijfsruimten is een winst van € 28 miljoen* gemaakt.
  3. Daarnaast maakten we een winst van € 37 miljoen** op de exploitatie van onze woningen en bedrijfsruimten.
  4. Van al deze winsten moet € 31 miljoen aan vennootschapsbelasting worden afgetrokken.

winst- en verlies 2016

De goede rekenaars zien dat de totale winst van € 555 miljoen bijna geheel te danken is aan de waardestijging van ons vastgoed. En zoals al eerder gezegd, een baksteen is geen bankbiljet. Je kan die winst dus niet uitgeven. Alleen de minister van Financiën wrijft in zijn handen; hij profiteert van hogere belastingopbrengsten.

Worden we er dan helemaal niet beter van. Jazeker, we houden nog een kleine winst over om te investeren in bijvoorbeeld nieuwe woningen. En onze huren hoeven niet hard te stijgen. Dat is toch het goede nieuws.


* Deze winst wordt gebruikt om te investeren in nieuwbouw, woningverbetering en/of duurzaamheid.

** Deze winst is het resultaat van ondermeer € 210 miljoen aan huurinkomsten en de betaling van € 22 miljoen verhuurdersheffing, € 54 miljoen rente en € 19 miljoen salariskosten.

Deel dit artikel: