“Er moest een heleboel gebeuren. Niet alleen aan de buitenkant van het gebouw, maar ook hierbinnen. Dat gaf een enorme, ja laten we zeggen, verhuisbeweging.” Zo moest bijvoorbeeld de ruimte bij de kozijnen, de gangkast, de meterkast en het balkon vrij worden gemaakt. “Er moest heel veel verhuisd worden binnenshuis. En dat moest ergens allemaal een plek vinden, dus er was een kamer die helemaal vol stond met dozen en allerlei andere troep.”

“Een beetje afzien”

Tijdens de werkzaamheden was er tijdelijk veel lawaai en stof. Ook kwamen er veel vakmensen binnen. “Het was wat”, vertelt jan. “Ja, overweldigend wil ik niet zeggen, maar vooral de eerste dagen kwam er heel veel volk over de vloer. Hierdoor tochtte het vreselijk en het was nou niet aangenaam weer toen.” Ook moest Jan vroeger opstaan dan dat hij gewend was. “Ik moest wel kwart over zes opstaan want 7 uur werd er al gebeld”, lacht Jan. “En dat is niet mijn normale tijd om op te staan.” Toch ziet Jan het positief in: “Ik heb me niet verveeld hoor. Ze waren vriendelijk en wel in voor een geintje, ik heb me er niet aan gestoord. Ik kan niet anders zeggen dan dat het echte vaklui waren.”

“Gewoon goed gedaan”

Dat er overlast was tijdens de werkzaamheden begrijpt Jan wel: “Overlast, ja dat hoort erbij. En kijk zolang het geen ernstige afbreuk doet aan je woongenot, dan kan ik er wel mee leven hoor.” Voor het hele proces geeft Jan het cijfer 8. “Ik denk dat ze het gewoon goed gedaan hebben. Als er iets was dan riep ik die opzichter die langsliep. De deurhendel bij eetkamer draaide dol, ik schiet die jongen aan en binnen een uur had ik hier een ploegje met een nieuw handvat. Geregeld, daar houden we van!”

 

“Je kan je kont wel tegen de krib gooien, maar dat heeft ook geen zin. Wat is nou drie weken op een mensen leven? Beetje relativeren dus.”

Jan (72) op zijn balkon
Deel dit artikel: