Wat weet De Key over haar huurders? Bar weinig. Althans tot voor kort. Door de inkomensafhankelijk huurverhoging weten we sinds twee jaar wie meer verdient dan wat de minister voorschrijft: een kwart van onze huurders verdient te veel. Maar hoe betaalbaar en passend zijn al onze huurders eigenlijk gehuisvestest?

 

De Universiteit van Amsterdam heeft dat voor De Key uitgezocht. Dat heeft veel bruikbare cijfers opgeleverd. Over de betaalbaarheid zegt het rapport dat 20% procent van onze huurders duur woont, 30% woont goedkoop en de rest heeft een huur die een redelijk deel van het inkomen beslaat. Over de grootte van de woning constateren de onderzoekers dat zowat niemand klein is behuisd terwijl 1 op 6 bewoners ruim woont. De rest woont passend.

 

betaalbaarheid

 

Betaalbaarheid

Gemiddeld doet De Key het dus niet slecht; we zetten onze middelen doelmatig in. Maar de mensen die duur wonen zullen daar niet blij mee zijn. Zij geven een groot deel van hun inkomen uit aan huur. En voor veel mensen blijkt het nog erger te zijn. Volgens de Nibud-normen houdt 40% van onze huurders te weinig geld over om normaal van te leven, ook als ze een passende huur betalen. Dit zijn vooral één-ouder-huishoudens met jonge kinderen.

 

Het onderzoek bevestigt wat we al vreesden. Voor veel van onze huurders duurt elke maand een aantal dagen te lang. Het geld is voor het eind van de maand op. Voor hen is het leven gewoon te duur.

 

De Key maakt zich daarover grote zorgen. Maar De Key kan dat probleem niet oplossen. De Key kan helpen, maar mensen moeten er zelf ook wat voor doen. En de overheid kan ook veel doen. Zij kan bijvoorbeeld huurtoeslagen verhogen of belastingen verlagen. Dat hoeft niet iedereen ten goede te komen. Begin vooral bij de één-ouder-gezinnen. Want allerlei soorten onderzoeken tonen aan dat daar maatschappelijke problemen zich concentreren.

 

Deel dit artikel: