Begin jaren tachtig verhuisde Dora met haar man en twee dochters naar de vierkamerwoning in het voormalige Anthonie van Leeuwenhoekziekenhuis. Omdat ze met het hele gezin in een veel te kleine woning woonden, waren ze buurturgent. Samen met haar man woont ze er nog steeds.

Ademen onder de bomen

‘Deze buurt is fijn omdat het hier niet zo gestrest is als in de binnenstad. Het groen trekt me aan, vanuit de slaapkamer kijk ik over een hofje en er staan veel bomen in de straat. Bomen zijn belangrijk voor een stad. Toen het van de zomer zo heet was, kon je onder de bomen nog ademen. Als er een boom wordt gekapt, bel ik met de gemeente om te vragen of er wel een nieuwe voor terugkomt. Een boom zorgt voor rust en lucht.’

Jeukplanten eruit

‘In de groenstroken rondom ons huis stonden alleen maar van die jeukplanten. Er werd veel troep gedumpt; oude matrassen, huis-aan-huisbladen. Omdat de struiken hoog waren voelde het onveilig. Ik heb ze gaandeweg weggehaald, de grond afgegraven en er nieuwe planten ingezet. Ik heb een zelfbeheercontract met het stadsdeel gesloten voor onderhoud aan dit stuk groen. Daarvoor krijg ik een klein budget. Ik haal ook vaak plantjes bij de Albert Heijn, als die eind van de week goedkoper zijn. Ze noemen me wel eens de Moeder Theresa van de zielige planten.’

Genieten van het groen

‘Het is eigenlijk een geveltuin XL. De eerste plant die ik erin zette was een hortensia van mijn balkon. De volgende dag was die al gestolen, dat maakte me heel ongelukkig. En toen een rij stokrozen er met wortel en al uit was gerukt, kon ik wel huilen. Wie doet dat nou? Toch geef ik niet op en hoe mooier de tuin wordt, hoe minder er wordt vernield. Als verliefde mensen een roos uit onze struik halen, vind ik dat niet erg. Elke dag haal ik zwerfvuil uit de tuin en als ik er niet ben doet mijn buurvrouw het. Als ik in de tuin bezig ben, krijg ik vaak complimenten. Ik vind het fijn dat anderen ook van de bloemen en het groen genieten.’

© 2019, Joke Schut / www.jokeschut.nl

Deel dit artikel: