De Woningwet van 1901 was een kantelpunt voor corporaties. Ze kregen daarmee toegang tot de kapitaalmarkt. Het sparen van dubbeltjes, zoals De Key in 1868 startte, was niet meer nodig. Door geld te lenen kon eindelijk eigen vermogen worden opgebouwd.

We zijn nu ruim een eeuw later en het resultaat is verbluffend. Het eigen vermogen van de corporaties is groot. De basis voor een revolverend fonds is gelegd. Lenen hoeft niet meer. En is zelfs risicovol als je bedenkt dat de sector al een kwart eeuw telkens meer wordt uitgekleed.

Toch blijft het leen-mantra dominant aanwezig. Dat mantra wordt vooral gevoed door de Rijksoverheid. Dat lijkt op de sprinkhaanstrategieën van privat equity. Ze stoppen bedrijven vol met leningen en laten vervolgens het bedrijf verweesd achter. Dat doet de overheid ook met corporaties: leen lekker veel zodat ik jullie steeds zwaarder kan belasten.

Leenmantra

Het is opvallend dat het leenmantra nog zo veel steun heeft in de corporatiesector. ‘Als je niet leent dan laat je de huurders en woningzoekenden nu in de kou staan’, krijg je dan toegeworpen. Waarom laat de corporatiesector zich zo gijzelen? Vanuit onze exploitatie houden we niet eens genoeg geld over om onze woningen te onderhouden, verbeteren en verduurzamen. Er is dus geen sprake van een duurzaam verdienmodel. Waarom dan blijven lenen met alle risico’s van dien?

Revolverend fonds

Wordt het niet tijd om dat corporaties zich focussen op een duurzaam revolverend fonds zonder leningen? Zo kunnen we straks ook voor toekomstige generaties van waarde zijn. Focus op onderhoud, woningverbetering en nieuwbouw gefinancierd vanuit het eigen vermogen. Dat levert nu misschien iets minder woningen op maar op termijn halen we dat ruimschoots in.

Deel dit artikel: